donderdag 7 december 2017

Schrijvers geïnspireerd door 'Ziende blind'

Elke laatste donderdag van de maand vindt in de Oisterwijkse Bibliotheek het schrijverscafé plaats. Lokale schrijvers en dichters dragen voor uit eigen werk, geven en ontvangen feedback en stimuleren elkaars creativiteit. Vorige maand werden zij uitgenodigd om zich te laten inspireren door één van mijn schilderijen. Te kiezen uit de schilderijen ‘Ziende blind’ (2003) of ‘One’ (2015). Bij deze twee teksten naar aanleiding van ‘Ziende blind’.


Gedicht door Tineke Smals - Holm 
                               
Ziende blind - Bianca van Baast
Luister lief
ik fluister woorden
woorden voor mijn
lief alleen

Fluister weg de nare
dromen spokend steeds
maar door je heen

Luister lief
ik fluister luider
fluister luider in
je oor

Luister lief ik wil
je strelen zorgen
snellen er vandoor

Ik wil alles met je
delen want daar
is de liefde voor

Luister lief kijk
naar de hemel zon straalt
door de bomenpracht

Voel de sprankelende
warmte op je lichaam
warm en zacht

Laat de nare dingen
gaan nu kijk mij nu
eens rustig aan

Luister lief
ik heb je lief hoor
en ik laat je nooit
meer gaan

**


De vrouw in de spiegel - door Roland Smulders

In de naastgelegen kamer hoorde de vrouw hem stommelen met de bank. Het kwam aan op de juiste belichting, had hij haar al vaker uitgelegd. Een centimeter kon al het verschil betekenen. Hij liet niets aan het toeval over. Ze hadden grote plannen. De wereld zou aan haar voeten liggen.
‘Kan het niet wat zachter’, riep ze geprikkeld.
‘Schiet liever op’, antwoordde hij bot.
‘Dat doe ik toch.’
‘En zorg dat je niets vergeet.’
Gekrenkt ging de vrouw door met haar voorbereiding. Ze vergat nooit elk plekje van haar lichaam te controleren. Hij wist het, maar toch kon hij het niet laten iedere keer met een hatelijke opmerking in haar zelfvertrouwen te prikken. Van haar houden deed hij waarschijnlijk al lang niet meer. Ze was hoogstens nog een middel om zijn doel te bereiken, bruikbaar, maar niet onvervangbaar. En daar maakte hij ook geen geheim meer van. Er waren andere vrouwen die wel wilden meewerken. Ze moest het niet wagen pretenties te krijgen. Zonder hem keurde niemand haar ook maar een blik waardig. Het was zijn talent dat haar tot leven wekte.
Met een zucht bracht de vrouw nog wat poeder aan op haar gladde schedel. Kon hij haar ook vertellen welk leven? Ze heette Lydia, Kim, Karen. Voor iedere rol had ze een pruik en bijpassende opmaak. Ergens, gaandeweg de reis, verloor ze het zicht op wie ze eigenlijk was. Het deed er ook niet toe. Het eigen haar kon ze beter afscheren, meende hij. Waarom zou ze iedere keer al die moeite doen om terug te keren naar zichzelf. Ze was wat anderen in hun fantasie van haar maakten. Soms onschuldig, soms juist niet. Ze straalde in het licht van de schijnwerpers en verdween weer in de anonimiteit van de duisternis. De rest van de tijd was ze niemand.
‘Als je teruggaat naar die klootzak, dan hoef je hier niet meer aan te komen’, schreeuwde haar dochter, toen ze met haar tas naar beneden kwam. ‘Laat je dan maar lekker door hem in elkaar meppen. Reken er niet op dat ik je daar nog een keer kom weghalen.’
Kon ze dat zwart op wit krijgen? Die ene keer was al erg genoeg. Het kostte veel moeite om hem weer tot bedaren te brengen. Moeite en consessies. Haar dochter was veilig. Ze koos nu onvoorwaardelijk voor hem. Taboes bestonden niet langer.
Met een kritische blik beoordeelde ze nog een laatste keer de vrouw in de spiegel. Ze mocht hem niet kwaad maken. Het werd tijd om iets nieuws te proberen. De mensen raakten snel uitgekeken op een beeld dat ze al kenden. Blauwe lippenstift stond haar niet, maar op normaliteit zat niemand in haar wereld te wachten. Fantasie had geen boodschap aan wat normaal was. Haar machteloosheid en pijn moesten geloofwaardig overkomen, daar ging het om. Het aanbod was groot en de concurrentie had genoeg aan de kleinste aarzeling.

Meer van Roland Smulders lezen?:

1 opmerking: