donderdag 7 december 2017

Schrijvers geïnspireerd door 'One'

Elke laatste donderdag van de maand vindt in de Oisterwijkse Bibliotheek het schrijverscafé plaats. Lokale schrijvers en dichters dragen voor uit eigen werk, geven en ontvangen feedback en stimuleren elkaars creativiteit. Vorige maand werden zij uitgenodigd om zich te laten inspireren door één van mijn schilderijen. Te kiezen uit de schilderijen ‘Ziende blind’ (2003) of ‘One’ (2015). Bij deze twee teksten naar aanleiding van ‘One'.

One - Bianca van Baast


‘One’ door Jan Mantel

Ik mis haar nog steeds. Bijna dagelijks moet ik aan die lieve schat denken. Haar stem klinkt nog door mijn hoofd als een resonerende stemvork waarmee te hard geslagen is. Als ik mijn ogen dicht doe zie ik de fijne trekken van haar gezicht, ogen die  raken, uitnodigende lippen. Mijn handen voelen ’s nachts de rondingen van haar lichaam. De doorleefde momenten van de nacht. Het blijft terugkomen al is het al zolang geleden dat het ophield. Het plotselinge afscheid, het leek of met grote vaart tegen een stootblok op een dood spoor gebotst werd.
Onlangs werd ik opnieuw met haar geconfronteerd. Als een wonder verscheen ze voor me.
Ik was uitgenodigd voor de opening van een expositie met schilderijen in kasteel Geldrop. Voor de officiële opening plaats vond, liep ik alvast door de zalen en bewonderde het voor mij nieuw magisch realisme, opgehangen aan de muren van de statige zalen met de hoge plafonds. Veelal vrouwenfiguren tot in perfectie weergegeven, vaak de ogen gesloten. De zalen ademden een geheimzinnige sfeer van innerlijke rust en meditatie. Maar ook angst en onzekerheid.
Ineens stond ik voor haar. Daar hing ze, in dezelfde pose als de foto die ik heimelijk had genomen. De knieën opgetrokken, de bruine haren loshangend boven haar. De rechterarm gebogen voor haar gezicht. De linkerhand tegen de kin en mond. Een deken losjes gedrapeerd over haar blote lichaam. Ik schrok. Hoe kon dat? Zo’n gelijkenis. Alleen aan het gezicht kon ik zien dat zij het niet was.
Ik werd weggeroepen, de opening ging plaats vinden. In een grotere zaal stond ik samen met de genodigden in een halve cirkel rond de harpiste, die alles muzikaal omlijstte, en voor de kunstenaar. Ik kon de woorden nauwelijks tot me door laten dringen die, soms met ontroering, uitgesproken werden. Ik bleef aan het moment van de pose terugdenken.
Maria sliep, ze lag zo mooi en vredig daar op mijn bed. Ik maakte een foto maar door het klikje gingen haar ogen open. Alsof ze niet echt had geslapen maar op een teken van mij lag te wachten. Ze zag me en glimlachte.
‘Je bent toch niet stout geweest?’
Bijna onmiddellijk voelde ze aan de punten van de deken die over haar lag en streek ze met haar hand over haar dijen.
‘Nee, lieverd, ik zou niet durven.’
Ik boog me voorover en kuste haar de mond. Haar linker arm ging met een stuk deken omhoog en ze nodigde me uit bij haar te komen liggen. Ze krulde zich tegen me aan en fluisterde in mijn oor;
‘Ik laat je nooit, nooit meer gaan.’
Er werd geapplaudisseerd, geroepen zelfs. Aanwezigen waren enthousiast.
Gauw pakte ik een glas mineraalwater van het blad dat langs kwam en dronk het achter elkaar leeg. De brok in mijn keel verdween niet. Ik moest weer terug naar de in verf vleesgeworden Maria. Nu stonden er veel mensen omheen. Een man stond met geaffecteerde stem met zijn partner te discussiëren over de prijs.
‘Tot zover wil ik gaan Evert’, hoorde ik haar zeggen. Hij liep meteen richting kunstenaar.
Nu pas zag ik dat er geen bed te zien was. Maria zweefde tussen en op kleine sterren in een zwarte oneindigheid. Het maakte haar verschijning nog mystieker maar voor mij vanzelfsprekender.
‘One’ stond er onder het schilderij. Even later kwam een medewerker van het kasteel langs en plakte een rood stickertje op het bordje onder het schilderij.
Nog een paar dagen en dan zou ze ook hier verdwijnen en de rest van de tijd in een elite huiskamer aan de muur hangen.
‘Ik heb een echte Van Baast’, zou de man trots tegen zijn vrienden zeggen en een verhaal vertellen waarom de kunstenaar het ‘one’ had genoemd.
En Maria zou verder slapen voor eeuwig tussen de sterren in een oneindige droom tot het moment dat ik onder de deken schuif en haar koude lichaam weer warm kan maken. 

**

Astronimf door Ruud Lamp

Vanuit het perspectief van de kunstenaar
Als ik ga liggen en mijn ogen sluit maakt totale ontspanning zich soms van mij meester.  Omringd door sterren zweef ik steeds verder het universum in, mijn nirwana tegemoet. Ik laat deze situatie niet verstoren door hartstochtelijke en of zwaarwichtige gedachten die de zwaartekracht tarten en mij de aardse sfeer weer in trekt. Zo slaap ik de droom soms. De warmte van de sterren doet mij van binnen gloeien.   
Mijn vertrouwde nachthemd blijft mij half omhullen, zoals de rups zich verpopt. Maar ik ben al lang verpopt. Volwassenheid heet dat. Zou ik dat wel willen, terug naar de onbevangenheid en los van hartstochten zijn, een serene slaap zonder dromen?
Gedragen door de sterren, licht deinend door het heelal mijn z(w)evende hemel in. Zo ver zal het (nog) niet komen, want een dubbel gevoel maakt zich snel van mij meester. Wil ik wel vrij zijn van mijn hartstochten, waar de zwaarwichtige gedachten als een slang doorheen kronkelen en die onlosmakelijk met mijn creativiteit zijn verbonden? Dit dubbelgevoel op laten komen blokkeert onverbiddelijk mijn vlucht naar de zevende hemel. De zwaartekracht slaat onmiddellijk toe en zet mij weer met beide benen op de grond.

Vanuit het perspectief van de toeschouwer
Hoewel niet geheel ontbloot van erotiek, is dat niet het eerste dat mij in haar aantrekt. Is het soms de bevalligheid van haar houding? Ze slaapt en zweeft tussen de sterren en straalt sereniteit uit die mij afleidt van de erotiek. Met tussenposes kijk ik. Zij zou zich begluurd kunnen voelen en mij beschouwen als een brutale voyeur. Haar gezicht zie ik maar half met de ogen gesloten. Derhalve blijft de spiegel van haar ziel wazig.
Hoe zou ze me aankijken, naar me lachen? Hoe klinkt haar stem en niet in het minst; hoe beweegt ze? Welk parfum gebruikt ze?
Toch wil ze dat de kijker haar blijft vasthouden in haar onschuld en haar volgt naar het onbekende. Of is het geveinsde onschuld. Maar dan is het verleiden. Maar tot wat? Volg mij en ik zal je inwijden in de geheimen van mijn universum. Pas dan kan ik echt voelen wie ze is en wat ze is. Nu blijft zij een geheim.
Ach, misschien wilde de kunstenaar alleen maar een schone slaapster schilderen, ze is daar wonderwel in geslaagd. We weten allemaal hoe het daarmee is afgelopen. Werd die niet wakker gekust door een stel dwergen of was het een prins die haar weer met beide benen op de grond zette?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten